jim-in-wales.reismee.nl

De laatste blog

De laatste blog


Daar is-ie dan: de allerlaatste blog over mijn tijd in Wales! Ik schrijf dit in de eurostar op weg naar huis, dus Wales heb ik al een tijdje verlaten, maar vergeten zal ik het niet gauw doen!

Met de kerst was ik natuurlijk lekker even naar huis, maar daarna moest ik weer terug... voor de examens. Ik had er niet zo’n zin in, dat kun je je vast wel voorstellen, maar uiteindelijk is het allemaal goed verlopen. Ik had vier examens, vergeleken met Utrecht waar je er iedere periode twee of misschien drie hebt dus best veel, maar het viel me mee hoe moeilijk ze waren. Eentje was wel beduidend moeilijker dan de rest (of eigenlijk: daar ben ik gewoon een stuk slechter in dan in de andere vakken) maar ik denk dat ik ook die met een krappe voldoende gehaald heb.

De manier van toetsen is in Wales trouwens wel ontzettend anders dan in Nederland. Waar wij in Utrecht de toets gewoon in het lokaal hebben waar we ook altijd les hebben, en de leraar die het vak geeft degene is die surveilleert’, werden we in Wales met zo’n 200 man in een reusachtige zaal gestopt, een beetje zoals met de eindexamens. En de regels zijn streng: geen jassen en tassen mee naar binnen (maar wel je potloden, pennen en studentenkaart meenemen! – en natuurlijk niet te vergeten je bijbel, om op te zweren dat je niet zult spieken), mobieltjes vooraan inleveren in de daarvoor bestemde kartonnen doos, en het moment dat je binnen bent mag je niet meer met elkaar praten. Als je elkaar succes wenst wordt er iets van gezegd!

Vervolgens wordt er – in twee talen – een hele verhandeling gegeven over wat je allemaal wel en niet mag (vooral over wat je niet mag), inclusief een uitleg over wat te doen in geval van brand en waar de nooduitgangen zich bevinden. Het leek wel een beetje een vliegreis, maar dan stressvoller. Supervreemd vond ik het allemaal! Maar dingen zijn nu eenmaal overal anders, heb ik dat ook een keer ervaren.

Toen de examens eenmaal voorbij waren hebben we dat natuurlijk uitgebreid gevierd met taart, dat was erg gezellig. En daarna ben ik nog twee keer naar Snowdonia geweest, Ă©Ă©n keer met een vriend van me en Ă©Ă©n keer alleen. Het was superleuk, we vertrokken om zes uur ‘s ochtends vanaf Machynlleth (dat is een kwartiertje met de trein vanaf Borth) en na een keertje verkeerd gereden te zijn – probeer in het pikkedonker de ene onverlichte landweg met schapen maar eens van de andere te onderscheiden – kwamen we rond een uur of zeven aan. Op tijd voor de zonsopkomst dus! We begonnen in het donker, al gaf de maan genoeg licht om het pad te kunnen zien. De waterplassen waren bevroren, en ook op de korte ladders die over de stenen muurtjes gebouwd zijn voor wandelaars (en soms geiten) zat een laagje ijs. Het was dus goed oppassen, maar we zijn niet gevallen gelukkig. Het was een mooie zonsopkomst, en toen we uiteindelijk rond twee uur weer bij de auto kwamen waren we behoorlijk moe. Het was de hele dag droog geweest en er was ook veel zon, dus qua weer hadden we enorm geluk gehad.

Op de terugweg reden we langs Cadair Idris, de berg in Snowdonia waar ik al een aantal keer geweest was, en zagen we dat er sneeuw op lag! Tja, toen kon ik zondag niet anders dan weer op de trein springen, overstappen op de bus richting het noorden en aan de voet van Cadair uitstappen om de klim naar boven te wagen! De sneeuw was een beetje een teleurstelling: er lag alleen een dun laagje op de rand van de ‘kom’ (Cadair Idris is het overblijfsel van een door gletsjers uitgesleten rots, met een meer in het midden). De tocht over de bovenrand van de kom duurt ongeveer vier uur, dus ik ben naar het meer gelopen en heb daar heerlijk in het zonnetje een boek zitten lezen. Voldaan en zonverbrand kwam ik uiteindelijk weer beneden. Toen bleek dat ik nog twee en een half uur op de bus moest wachten besloot ik over te gaan tot een ouderwetse methode van reizen: liften! Ik had geluk, want toen ik aarzelend mijn duimpje opstak – ik heb nog nooit gelift, weet ik veel wat de gebruiken zijn – stopte er meteen een auto die ook naar Machynlleth moest. De chauffeur was ietsje ouder dan ik schat ik en had die ochtend Snowdon, de hoogste berg van Snowdonia, beklommen. Hij vertelde dat als hij vroeger met zijn vader ging wandelen en ze kwamen onderweg een lifter tegen dat ze die dan altijd oppikte, en dat hij zelf nog steeds altijd stopte als hij iemand langs de weg zag staan. Tegenwoordig zie je ze niet zo vaak meer, maar vroeger was het blijkbaar heel gewoon dat mensen ergens heen liftten. Ik was in ieder geval blij dat hij me naar Machynlleth wilde rijden, daar kon ik meteen op de trein stappen dus ik was ruim voor het avondeten thuis.

Maandag begon het echte afscheid nemen, en dat viel me toch wel zwaar! Een deel van mijn vrienden had ik in de week daarvoor al gedag gezegd, maar nu ontkwam ik er niet aan: mijn oude huisgenoot, mijn leraren, klasgenoten en vrienden. Dan is het toch wel gek hoor. Maar aan alles komt een eind, en dat het afscheid moeilijk is betekent alleen maar dat het een leuke tijd was!


Ik vond het leuk dat jullie allemaal wilden lezen wat ik zoal uitgespookt heb hier in het bijna-brexit land, dus bedankt daarvoor! En ik zie jullie allemaal vast gauw weer, nu ik weer in het land ben (nouja, bijna, we rijden inmiddels in België).


Jim

Blog 4

Hallo mensjes! Hoe is het in Nederland? Ik hoop dat ik deze blog afkrijg voor ik wegwaai... we hebben mega-storm hier, maar daarover later meer!

Afgezien van het weer gaat alles goed hier, het is alweer de laatste lesweek van het semester! Dat betekent dat ik al mijn klasgenoten voor de laatste keer ga zien deze week, en dan na de vakantie nog Ă©Ă©n keer bij de examens... en dat was het dan! Heel raar idee hoor, sommigen ken ik inmiddels heel goed dus die zal ik buiten de lessen nog wel zien, maar anderen natuurlijk niet. En de leraren! EĂ©n leraar zie ik zo’n zeven Ă  acht uur per week, dat is ook gek om die ineens nooit meer te zien. Maar ik kan zeker weten terugkijken op een superleuke tijd hier (die natuurlijk nog niet helemaal om is!).
De kerstsfeer zit er hier ook goed in, hoewel ik nog bezig ben me door mijn door familieleden opgestuurde Sinterklaasvoorraden te eten. Mijn klasgenoten en leraren kunnen geen pepernoten meer zien onderhand (ik heb meer dan een kilo gekregen) maar ik heb nog behoorlijk wat te gaan! HĂ©Ă©l vervelend natuurlijk... wat ik trouwens niet wist is dat speculaas in heel veel landen in oost europa gewoon bekend is: mijn klasgenoten uit Duitsland (okĂ©, voorspelbaar), SloveniĂ« en Bulgarije kenden het ook! De Britten vinden het allemaal heel interessant en vragen steeds naar het recept (antwoord: “speculaaskruiden!”), dat is wel erg leuk. Het zingen van e klassieker “een bloemetjesgordijn” leidt trouwens vooral tot rare blikken op feestjes, zijn Hester (mede-Nederlander, ook wel bekend als een Medelander) en ik tot onze teleurstelling achter gekomen. “Een paard in de gang” deed het al niet veel beter trouwens, vooral toen we de tekst vertaalden was men niet erg onder de indruk. Maarja, wat weten zij er nou van!
Het thuisfront is ook nog op bezoek geweest sinds mijn laatste blog! Ik heb ze Cadair Idris opgesleept: sorry nog daarvoor, maar het was het waard, of niet? Ze hadden een huisje gehuurd in Capel Dewi, tussen Borth en Aberystwyth in, en het was supergezellig! Iedere keer als ik nu langs Capel Dewi rijd met de bus zwaai ik even. Met het weer hadden we niet heel veel geluk (het blijft Wales), maar tussen de buien door was het erg leuk. Mijn Nederlandse voorraden werden ook behoorlijk aangevuld: ik zit nog steeds aan de marsepein en de chocoladeletters!
Eind november was er in Aberystwyth een aantal activiteiten en extra college’s georganiseerd vanwege de UNESCO Jaar van de Minderheidstalen. Ik ben naar twee college’s geweest, met mijn twee klasgenoten, dat was erg leuk. Het college wat in het Welsh was werd simultaan vertaald door iemand, dan kreeg je een hoofdtelefoontje en zij zat heel zachtjes in een microfoon te vertalen. Ik vond het ontzettend knap dat iemand dat zo vloeiend en goed kon: ik heb het weleens geprobeerd maar het is vreselijk moeilijk! Het college wat in het Engels gegeven werd heb ik zonder hoofdtelefoon bijgewoond, haha. Ik weet eigenlijk niet zeker of dat college dan simultaan naar het Welsh vertaald werd: dat zou je wel verwachten eigenlijk, maar ik weet het niet zeker.
Sinds afgelopen vrijdag is het hier trouwens vreselijk weer: er is een niet-aflatende storm, al dagen, en inmiddels begin ik het wel een beetje zat te worden... bij vlagen komt de regen met bakken uit de lucht, de straten in Aberystwyth liggen bezaaid met afgebroken takken en we hebben een waarschuwingsmail van de universiteit gekregen om niet de pier op te gaan (alsof dat zou lukken in deze storm). Toen ik van het station naar huis probeerde te lopen leek ik wel zo’n tekenfilm figuurtje, helemaal voorovergebogen, en ik kwam nauwelijks vooruit! Af en toe waaide ik bijna om...! Ik houd mijn score van “aparte gevonden voorwerpen” bij trouwens, tot nu toe heb ik op straat gevonden: twee plastic vuilnisbakken (eentje groot, eentje klein), een bezem en een deurmat. De leukste vond ik het gordijn wat door iemands brievenbus naar buiten was gewaaid en als een soort kwaadaardige arm in de straat leek te grijpen, dat zag er echt heel grappig uit. Waar bekend heb ik de spullen netjes teruggebracht naar dankbare buren! Als je nu door Borth loopt vliegt het zeeschuim je om de oren trouwens, dat is ook niet altijd zo lekker hahaha. Het leven is wild, hier. Maar, veilig van achter het keukenraam, ziet de zee er erg indrukwekkend uit!
Afgelopen weekend zijn Sabrina (mijn Duitse klasgenoot) en ik samen naar een concert geweest: Stravinsky. Het was erg mooi, ook al was het soms ook wel een beetje... apart. Maar het was zeker erg gezellig, vooral omdat Sabrina de organistor van het concert kende en die had haar gevraagd of ze voor aanvang programma’s wilde verkopen in ruil voor gratis kaartjes. Ze vroeg of ik ook wilde helpen, dus daar had ik wel oren naar! Terwijl we die programma’s stonden te verkopen (totaal aantal verkochte programma’s: nul) vertelde Sabrina waar ze de organisator van het muziekgebouw van kende, en blijkbaar hebben ze op de universiteit een taal-uitwisselproject waarbij mensen die elkaars (moeder)taal willen leren worden gekoppeld! Als ik dat eerder had geweten...! Superleuk dat ze dat doen, misschien moet ik in Nederland ook eens op zoek naar zo’n programma. Hoewel er waarschijnlijk weinig Welsh in de aanbieding is...

Dat was het weer voor deze keer, bedankt voor het lezen en... tot gauw alweer!

Jim

Blog 3

Blog 3


Hallo allemaal! Terug van weggeweest! Uw correspondent uit Wales. Het is maar te hopen dat jullie deze blogpost kunnen lezen vanuit het goed geregelde en ordelijke Europa, want hier is het een ontzettende chaos nu de brexit eindelijk- ohnee, weer niet. Wat een verrassing. Wie had dat gedacht. Ik vraag me wel af hoeveel mensen verkleed als Boris Johnson in een greppel zijn gaan liggen voor Halloween, dat zou ik wel grappig vinden (hij heeft immers zelf gezegd dat hij liever “dood in een greppel” belandt dan dat de brexit wĂ©Ă©r uitgesteld wordt, maar ik geloof niet dat hij zich daar aan heeft gehouden). Maargoed, ik ben het land dus nog niet uitgezet, dat valt me dan weer mee!

In het kort: alles gaat hier prima! Sinds twee weken heb ik een gitaar Ă©n een viool (te leen), de kachel staat sinds gisteren aan want het werd toch wel erg koud en in Aberystwyth is het nog even gezellig als altijd. Belangrijkste nieuws is toch wel de aankoop van een AstĂ©rix en Obelix strip in het Welsh! Die ga ik (langzaam) lezen, en dan allemaal nuttige woorden leren zoals ‘hellebaard’, ‘Romeinse invasie’ en ‘hij is in de toverketel gevallen toen hij klein was’. Daar zullen de locals van op kijken!

Over talen leren gesproken, woensdag is inmiddels met stip de meest vermoeiende maar ook interessantste dag van de week. Ik begin met twee uur Scots-Gaelic, direct gevolgd door Ă©Ă©n uur Iers-Gaelic. Die talen liggen grofweg net zo dicht bij elkaar als Nederlands en Duits. Handig als je er eentje goed spreekt, nogal verwarrend als je ze allebei nog aan het leren bent! Dan is er even pauze en ga ik naar een uurtje Welsh-spreken. Dat is altijd nogal een verademing want mijn Welsh is vele malen beter dan mijn beide Gaelic-talen. Dat zegt helaas meer over mijn Gaelic dan over mijn Welsh maar het is toch een fijn gevoel om niet beperkt te zijn tot “Het is zonnig. Het regent niet. Mijn naam is Jim. Ik ben niet getrouwd. Ik heb het koud. Ik draag een witte sjaal. Tot ziens.” Na het uurtje Welsh praten ga ik gauw naar huis, eten, en dan weer terug naar Aberystwyth voor de avondversie van Iers-Gaelic spreekuurtje. Dat werd in een pub gehouden maar het leek me verstandig om niks te drinken. Wie weet zeg ik aan het eind van de avond per ongeluk ineens iets in het iers tegen de buschauffeur en eindig ik op de boot naar ierland, dat moeten we niet hebben natuurlijk. Maar het is erg leuk om bij al deze groepjes te zitten. En verbazingwekkend leerzaam: week 1 zei ik nog bijna niks, nu zeg ik af en toe een kort zinnetje als ik het onderwerp kan raden. Het doet een beetje aan ItaliĂ« denken, toen ik daar net woonde! De mevrouw die de Welsh spreekgroep organiseert heeft Italiaans gestudeerd trouwens maar gelukkig spreekt ze het niet tegen mij, haha.

Verder heb ik de flat sinds een weekje voor mezelf alleen! Rachel is vorige week verhuisd, en de nieuwe huisgenoot is er nog niet. Sofia is een paar dagen op bezoek geweest, dat was heel erg gezellig: we hebben samen Cadair Idris, een berg in het zuiden (en dus meest dicht-bije deel) van Snowdonia, beklommen. Daar was ik al Ă©Ă©n keer geweest, een week eerder, op excursie met de geologie-klas, dat was ook erg leuk. Verder hadden we het erg gezellig samen: we hebben alle koffietentjes in Aberystwyth onveilig gemaakt, om nog maar niet te spreken van de boekwinkels... Het was erg jammer toen ze weer naar huis moest, maar het waren een paar hele gezellige dagen! Toen Sofia eenmaal weg was was het huis ineens wel hĂ©Ă©l leeg, omdat ik natuurlijk ineens in mijn eentje woonde. Maar dat went ook, nu vind ik het juist lekker rustig. Extra gek dus, toen mijn nieuwe huisgenoot ineens zonder waarschuwing met een tweepersoonsmatras binnen kwam vallen. Hij zou ‘ergens deze week’ hier komen wonen, maar het is inmiddels zaterdag en hij is er nog steeds niet, dus ik ben benieuwd of hij vandaag ineens intrekt... hij lijkt wel een Italiaan ;)

Alsof twee keer Cadair Idris beklimmen nog niet genoeg was ben ik ook nog een keer met mijn klasgenootje geweest: zij wandelt graag maar had niemand om mee te gaan, en in je eentje is toch niet zo gezellig, dus we hebben afgesproken om regelmatig samen naar Snowdonia te gaan om daar te wandelen. De bussen zijn hier in het weekend gratis trouwens, dus dat is superhandig. De trein is hier ook soms gratis want... er is geen kaartjesmachine op het station van Borth. Dus je moet wachten tot de conducteur langskomt om een kaartje te kopen, maar Borth-Aberystwyth is niet zo erg ver, dus soms zie je die hele conducteur niet en dan reis je gratis. Het voelt als zwartrijden maar de conducteurs doen er zelf ook heel vrolijk over dus ik maak me blijkbaar te druk, haha.

Mijn eerste vioolles heb ik ook gehad: ik leer fiddle! Dus niet klassiek viool, maar meer zoals ierse volks-muziek. Heel vrolijk, heel snel, en lekker informeel. En je hoeft geen bladmuziek te kunnen lezen, wat voor mij ook een voordeel is ;) De eerste les was heel leuk en gelijk leerzaam, want ik heb natuurlijk een techniek van lik-me-vestje omdat ik al jaren zelf wat aanklooi... Met mijn gehoor blijkt gelukkig niks mis te zijn dus hopelijk kan ik binnenkort wat simpele liedjes fiddlen!

Dat was het weer voor nu. Ik hoop dat alles goedgaat in Nederland, niet teveel pepernoten eten he? Ik heb een potje speculaaskruiden opgestuurd gekregen (dank, pap en mam!) dus ik kan ze lekker zelf bakken!

Tot gauw allemaal!


P.S. Mijn speciale excuses voor het véél te laat online zetten van deze blog gaan uit naar Carry: sorry! ;)


Week 2 - de eerste lessen, extreem weer en een pubq

Week twee in Wales

Jawel, de lessen zijn begonnen, dus dat betekent iedere dag met de bus naar Aberystwyth! Het is maar een halfuurtje en het uitzicht is eerst zee, dan een gezellig dorpje, en daarna heuvels, dus ik vermaak me (nog) prima tijdens de ‘reis’. ‘s Maandags heb ik maar Ă©Ă©n les, en dat is dan ook gelijk het enige niet-Keltische vak wat ik volg, namelijk geologie. Ik was eerst bang dat ik misschien niet genoeg achtergrondkennis zou hebben maar het is een eerstejaarsvak, dus het bouwt eigenlijk voort op dat wat je op de middelbare school geleerd hebt. De leraar vertelt erg interessant en bijkomend voordeel is dat er geen huiswerk voor is. Als je naar alle lessen komt heb leer je alles wat je moet weten, en hoef je buiten de lessen niks te doen. Ik heb inmiddels ontdekt dat dat voor de meeste vakken hier geldt. Ik vind het eerlijk gezegd nogal vreemd en ik vraag me af hoeveel je daadwerkelijk leert als je maar twee uur per week een vak volgt, maar ik ga natuurlijk niet lopen klagen... ;) Sowieso zijn de lesuren hier verrassend kort: maar 50 minuten! In Utrecht duurt Ă©Ă©n les 90 minuten, en je hebt meerdere van die uren per week. Hier is twee of drie keer per week een les van 50 minuten de standaard, dus ik zal niet erg veel op de universiteit zijn. Des te meer tijd om de omgeving te verkennen dus...

De vakken die ik uiteindelijk gekozen heb zijn dus geologie; Scots-Gaelic (lijkt op Iers maar is wel anders, misschien een beetje zoals Nederlands en Duits zou ik willen zeggen); Ierse teksten uit de 17e en 18e eeuw vertalen; en een vak over de samenhang tussen de Keltische talen. Iets superinteressants wat ik vandaag over Scottish-Gaelic geleerd heb staat onderaan onder de sterretjes: iedereen die talen interessant vindt moet dat zeker lezen, mensen die minder geĂŻnteresseerd zijn raad ik aan dat stukje over te slaan :p

Het meest zin heb ik in de excursies die we met geologie gaan doen... we gaan sowieso Ă©Ă©n keer naar Snowdonia, het National Park hier niet ver vandaan. Iedereen zegt dat het er prachtig is en van de foto’s die ik heb gezien ben ik het daar volkomen mee eens. We gaan naar een berg genaamd Cadair Idris, dat betekent in het Welsh zoveel als ‘stoel van Idris’ als ik me niet vergis. De leraar waarschuwde ons om ‘geschikte kleding’ mee te nemen, wat zich hier vertaalt naar ‘alles wat de regen en de wind tegen kan houden’. Want wat een weer heben we gehad afgelopen week zeg! Vrijwel alleen maar regen, af en toe afgewisseld met een beetje zonneschijn en meteen daarna weer hoosbuien waar je u tegen zegt. Een vriend van Rachel zou langskomen maar dat kon niet omdat de brug bij Machynlleth overstroomd was. Auto’s, bussen en treinen kunnen er niet langs, dus het openbaar vervoer, voor zover dat onder normale weersomstandigheden ĂŒberhaupt al aanwezig is, ligt behoorlijk op z’n gat heb ik begrepen. Gelukkig hoef ik zelf voorlopig niet in de buurt van Machynlleth te zijn, maar de excursie naar Cadair Idris van volgende week is onder voorbehoud dat de wegen dan weer begaanbaar zijn. We zullen zien!

Over slecht weer gesproken: Rachel en ik waren van plan een vuurtje te stoken op het strand ongeveer een kilometer ten noorden van Borth. Daar zijn geen lantaarns of huizen meer, dus kun je de sterren heel goed zien (tenzij je met je snufferd in het vuur gaat zitten koekeloeren natuurlijk, dat snappen wij ook wel). We hadden alles voorbereid: lucifers, aanmaakhout, warme kleding, wat te drinken en cakejes. Geschikt hout hadden we twee dagen daarvoor op het strand gevonden, en had ik in handzame stukken gezaagd. Dat was trouwens wel de eerste keer dat ik gewapend met een zaag een strandwandeling gemaakt heb. Een unieke ervaring. Het zagen ging trouwens minder soepel dan gedacht: de wind was zo hard dat ik mezelf op een gegeven moment nauwelijks meer staande kon houden, en ook mijn zaag begon weg te waaien... het hout zelf lag ook niet echt stil meer, dus toen ben ik maar gestopt. Maar uiteindelijk was bijna alles gezaagd, dus daar zou het niet aan liggen! Rachel en ik waren er klaar voor: kom maar op met die fik!

Nou is het zo dat waar wij wonen we een prachtig uitzicht over de zee en een flink stuk strand hebben. Zelfs bij storm en (spring)vloed is er nog een goeie 30 meter aan strand zou ik zeggen, dus we verwachtten niet al teveel problemen. We hadden echter buiten de kustbescherming gerekend. In de zee (of op het strand, hangt er maar net vanaf hoe laat je kijkt) liggen enorme rotsen die de golven breken om te voorkomen dat ons huis ten prooi valt aan gevaarlijk hoog water. Buiten Borth liggen die echter niet, dus toen Rachel en ik gewapend met al ons proviand en twee zaklampen in het donker onze weg over de rotsige paden naar ons brandhout zochten, kwamen we er al gauw achter dat daar waar er geen kustbescherming ligt de golven tot aan de dijk komen en er dus in de verste verte geen strand meer te bekennen is. Sterker nog, terwijl wij langs het dijkje liepen sloegen de golven er nét niet overheen, maar wel zo hoog dat wij nat werden. We hebben even van het spektakel genoten, Rachel meer dan ik want ik ben niet erg op mijn gemak bij de zee, al helemaal niet in het donker als de golven tegen het dijkje beuken waar ik overheen loop, en toen zijn we maar weer huiswaarts gekeerd. De volgende dag zag ik dat ik een email gekregen had die met name uitwisselingsstudenten waarschuwde niet te dicht naar de kust te gaan omdat de Britse versie van het KNMI een code geel had uitgegeven voor storm en hoogtij. Oeps.

Minder avontuurlijk maar zeker niet minder leuk was de dansgroep waar we zaterdagavond heen geweest zijn. Het was volksdansen, wat ik ook in Italië gedaan heb, en waar ik in eerste instantie nogal nerveus was over of ik het nog wel zou kunnen bleek dat helemaal niet nodig. Alle dansen werden rustig uitgelegd, en waren ze sowieso nogal simpel, het is echt voor beginners. Ik heb er een aantal leuke mensen ontmoet, eentje wil me een fiets lenen dus dat is superaardig! Als deze storm ooit gaat liggen dan natuurlijk he. Ze dansen één keer per maand dus ik ga proberen of ik volgende keer weer kan gaan.

Gisteravond was er een pubquiz waar ik aan meedeed, met als enige nadeel dat ik nog niet zo goed Welsh spreek. En ja, alle vragen waren in het Welsh... gelukkig waren mijn teamgenoten meer dan bereid om de vragen te vertalen, waardoor ik ook iets kon bijdragen! Helaas wist ik de vragen over de naam van de Welshe winnaar van Taikwando op de Olympische Spelen in 2008 in Beijing niet, vooral omdat ik niet eens wist dat ze Taikwando doen op de Spelen. Sorry. Ook de vragen over diverse rugby-teams en hun scores, mascottes en kleuren kon ik helaas niet beantwoorden, net als de meest populaire naam voor Welshe babies op dit moment. Dat zijn blijkbaar Oliver en Olivia. Ik wist echter wel juist te beantwoorden dat er meer Welsh-sprekers zijn dan dat er mensen op IJsland wonen, en ik wist een obscure nerd-vraag over Welshe middeleeuwse literatuur. Wat nou je kunt niks met Keltisch! We eindigden als derde dus helaas gingen we niet naar huis met de felbegeerde eerste prijs: een Welshe krant. Maar om in het thema van sport te blijven: meedoen is belangrijker dan winnen, en het was erg gezellig!

Dat was het weer voor deze week, bedankt voor het lezen!

Uw correspondent uit Borth, Ceredigion, Wales,

Jim


******************


Behalve voor iedereen die geĂŻnteresseerd is in het supercoole feitje over Scots Gaelic! Vandaag heb ik het volgende geleerd: In iedere taal heb je medeklinkers, en die kun je indelen in verschillende categorieĂ«n. EĂ©n van die categorieĂ«n is die van de ‘unvoiced stops’, zoals dat in het Engels heet. Unvoiced, ofwel zonder stem, betekent simpel gezegd dat je je stembanden niet gebruikt om die klank te maken, en de stop houdt in dat het een klank is die je niet uit kunt rekken. Hij duurt dus maar heel even, en daar kun je helaas niks aan doen. Probeer het maar: kun je een lange p maken? Ik niet, en ik hoop jij ook niet anders is er iets goed mis. Als je goed oplet merk je ook dat als je de p zegt, dat je dan niet je stem of je stembanden gebruikt. Het is een klank die je alleen maakt door lucht tussen je lippen door te laten gaan. Als je nu de b maakt, die net als de p een stop is, dus een klank die maar heel kort duurt, merk je als het goed is dat je je stembanden wĂ©l gebruikt. Als je het moeilijk vindt om dit te voelen kun je je hand (voorzichtig, anders maak je helemaal geen klanken meer) op je keel leggen terwijl je eerst de p en dan de b zegt. Let wel op dat je niet ‘péé’ en ‘béé’ zegt, want dan gebruik je natuurlijk je stem alsnog. Je voelt dan dat als je de b zegt dat die voiced is, dus het tegenovergestelde van unvoiced. De b is daarmee de tegenhanger van de p, en datzelfde geldt van voor de d en de t, en de g (als in het Engelse ‘good’) en de k/c. Probeer maar. Nou is het leuke dat in het Scots-Gaelic op een bepaald moment het verschijnlijk van ‘pre-aspiration’ is gekomen, oftewel, vooraf ‘aspireren’ (niet te verwarren met transpireren) ofwel uitademen bij de unvoiced stops. Het woord mac, wat je kent van MacDonald of andere Schotse achternamen wordt dan uitgesproken als mahc, of soms zelfs als magc: alsof wij het woordje ‘mag’ (als in “mag ik iets vragen”) zeggen met een k-klank erachter. Die schrijf je in deze uitleg als een x tussen twee //, dus dat ziet er zo uit: ma/x/c. Dit gebeurde ook bij de t en de p. Wat er daarna gebeurde is pas echt fascninerend. Trouwens, als je nu nog steeds leest: ik ben onder de indruk van je uithoudingsvermogen en geduld! De volgende verandering in het Scots-Gaelic is dat de voiced stops, dat waren dus de b, de d en de (Engelse) g, plotseling unvoiced werden. Heb je het al door? Als je dus aanneemt dat de p en de b maar op Ă©Ă©n manier verschillen, en dat is het verschil tussen het wel of niet gebruiken van je stem, betekent dat dus dat als je de b uitspreekt zonder dat je je stem gebruikt... inderdaad, dan zeg je de p! En als je de d uitspreekt zonder je stem te gebruiken, je raadt het al... dat wordt een t. En natuurlijk weer hetzelfde voor de (Engelse) g en de k. In de les riep ik dus ook “dan zijn ze nu gewoon precies hetzelfde als de p, t en k!” en toen zei de leraar “Aha! Maar dat zijn ze niet! En hoe komt dat?” Nou, dat komt dus omdat de p, de t en de k inmiddels pre-aspirated werden uitgesproken, dus met een h of /x/ ervoor! Ik vind het fantastisch, om eerlijk te zijn, en voor wie nu nog steeds leest en denkt “tjong jonge was dat het nou?”: sorry. Voor alle anderen: leuk he! Misschien denk je nu: “OkĂ©, fantastisch, maar wat hebben we daar nou precies aan?” In dat geval wordt het nog interessanter: de leraar voegde aan zijn uitleg namelijk toe dat je dit verschijnsel van pre-aspiration van de unvoiced stops, dus de p, t en k, ook terugvindt in het Sami (de talen van de oorspronkelijke bevolking van het noorden van ScandinaviĂ«), sommige dialecten in het Noors en in het IJslands. Zie je al een verband? Dan is het niet gek om te denken dat dit verschijnsel zijn oorsprong vindt in de Skandinavische talen, en dat deze door de vikingen in onder andere Schotland terecht is gekomen. Daaruit kun je dus in eerste instantie concluderen dat er inderdaad vikingen in Schotland waren, maar dat wisten we al, maar je kunt nu ook zien dat ze blijkbaar lang genoeg gebleven zijn, of genoeg met de lokale bevolking gecommiceerd hebben (in plaats van ze alleen de hersens in te slaan en er met hun spaargeld vandoor te gaan) om een blijvende verandering in de lokale taal teweeg te brengen. Tenminste, dat denk ik dan. Misschien gaan we het daar volgende les over hebben, in dat geval zal ik jullie nog een fascinerende uitleg geven. Als iemand het tot hier heeft volgehouden tenminste, ik hoor graag of je het interessant vond of dat je vooral blij bent dat je je morele plicht van het helemaal uitlezen van mijn blog vervult hebt en dat je nu met iets leuks bezig kunt!

Bedankt voor het lezen :)

De eerste dagen

De eerste dagen in Wales! Om met de reis te beginnen: die verliep vrijwel probleemloos. De trein die me van Birmingham naar Borth had moeten brengen reed niet verder dan Machynlleth (probeer dat maar eens uit te spreken) maar, super-de-luxe, er werden meteen bussen en taxi’s geregeld dus we konden met bagage en al van de trein meteen in de taxi stappen. Betaald door de railway company, goeie service toch!

In Borth werd ik van het station opgehaald door Rachel, mijn huisgenoot. Ze is ongeveer veertig en werkt momenteel voor wat in Nederland volgens mij de Provinciale Staten zouden zijn. We delen een flat in Borth, een stadje met maar 1000 inwoners. Over een paar maanden ken ik die vast allemaal (en zij mij). Rachel had me van tevoren al gevraagd of ik mee wilde naar een local Eisteddfod. Een Eisteddfod is een soort festival waar Welshe (of Welsh-sprekende) mensen mee kunnen doen aan de wedstrijden in verschillende categorieen, maar allemaal in het Welsh. Zo wordt er veel gezongen, maar ook poezie voorgedragen en/of geschreven. Het is voor de lokale Welshe mensen een mooie dag of paar dagen waarin ze vrijwel alleen maar Welsh spreken en hun taal op een meer ‘kunstzinnige’ manier gebruiken dan hoe ze dat normaal doen. In Wales is zingen en poezie heel belangrijk, bijna iedereen hier zit wel in een koor heb ik de indruk.
Op de Eisteddfod waar Rachel me naartoe meenam, in Cwmystwyth (ja, zo schrijf je dat echt) waren denk ik ongeveer zestig mensen. Een aantal kinderen met hun ouders en een groot aantal ouderen, en bijna allemaal deden ze wel mee in een competitie! Er waren diverse koren, eentje met mijn huisgenoot, en solo-zangers, zowel volksliedjes als opera. Er waren mensen die het Welsh nog aan het leren waren die gedichten voordroegen, en ook iemand die een enorm epos geschreven had in het Welsh. Hij werd de winnaar van de avond en kreeg een traditioneel gewaad-ding om en werd vervolgens met een zwaard boven zijn hoofd als het ware tot winnaar van de Eisteddfod gekroond: ik heb begrepen dat het een grote eer is om te winnen. Ik was zelf het meest onder de indruk van een stokoud mannetje die bijna dubbelgevouwen stond van de ouderdom, maar wel gewoon een Welsh stuk begon te zingen. En behoorlijk goed ook nog! Ik kon natuurlijk het meeste niet verstaan wat er gezegd werd, en zeker de welkomstspeech van meer dan twintig minuten is me grotendeels ontgaan, maar de wat eenvoudigere dingen gingen eigenlijk best goed. De mensen uit het dorp vonden het ook leuk dat ik er als buitenlander en Welsh-leerling bij was, ook al dachten ze aanvankelijk dat ik iemand anders was: ik ben meerdere keren in het Welsh aangesproken door mensen die dan tegen me zeiden hoeveel ik gegroeid was en hoeveel ik veranderd was. Blijkbaar lijk ik dus behoorlijk op iemand uit dat dorp, ook al heeft niemand me verteld op wie dan wel. Rachel heeft helaas ook geen idee, maar ik heb kennelijk een dubbelganger! Er was door de mensen uit het dorp een enorme hoeveelheid cake, koek, broodjes en taarten gebakken, en er werd onbeperkt koffie en thee geschonken, allemaal voor een klein klein prijsje. Superleuk om een keer mee te maken, en vooral erg lekker.
Na de Eisteddfod, die tot na middernacht duurde (op dat punt was ik ontzettend moe en vooral stijf van meer dan vijf uur op een houten kerkbankje zitten) zijn we naar Rachel’s tweede huis in Devil’s Bridge gegaan, een dorp vlakbij Cwmystwyth. Daar heb ik ontzettend lang geslapen en de volgende ochtend de stoomtrein bekeken die op twintig meter van Rachel’s huis voorbij rijdt: het leek wel of ik in Thomas de Stoomlocomotief zat, vooral ook in combinatie met het uitzicht op de heuvels! De dikke controleur heb ik niet gezien.
‘s Middags zijn Rachel en ik paddestoelen gaan plukken – ik vond dit nogal gevaarlijk klinken maar gelukkig wist Rachel precies wat ze deed en plukte ze alleen die paddestoelen die ze goed kende. Ze wist me er van alles over te vertellen en wees me aan welke details je vertellen welke paddestoel welke is. Ik was toch nog behoorlijk zenuwachtig over het hele idee, maar misschien ben ik een slappe stedeling die niks gewend is. We kwamen uiteindelijk terug met twee manden stampvol enorme paddestoelen en Rachel vertelde dat ze nog nooit zo’n grote ‘oogst’ in een ochtend gehad had! Dus dat was wel erg leuk. Ze vertelde dat ze een afspraak met de eigenaar van het land had gemaakt dat ze alle paddestoelen die ze vindt mag plukken op voorwaarde dat ze ze niet verkoopt en dat ze geen ‘illegale’ paddestoelen plukt. Ik dacht eerst dat ze op beschermde soorten ofzo doelde, maar ze bedoelde natuurlijk gewoon paddo’s. Die zijn voor ons natuurlijk wel legaal, iets wat Rachel niet wist en waar ze behoorlijk verbaasd over was. Maarja, dat zijn eigenlijk alle buitenlanders altijd.
Na het paddestoelen plukken gingen we naar de drie bruggen waar het dorp Devil’s Bridge haar naam aan dankt: de oudste brug zit onderop, daar is ooit een nieuwe brug bovenop gebouwd, en daar bovenop nog een brug. Het is een heel raar bouwsel geworden, maar wel bijzonder om te zien. Er is een klein informatiecentrumpje naast en je moet een paar pond betalen om de bruggen van dichtbij te zien en de wandeling naar de watervallen te maken. Daar werkt een goede vriendin van Rachel, Hester, en toen ze vroeg waar ik vandaan kwam zei ze in onvervalst Nederlands “Nou, goeiemiddag dan! Hoe vind je het hier?” Dat had ik zeker niet verwacht! Rachel had het expres niet verteld, dus het was heel erg grappig om plots een mede-Nederlander te treffen in zo’n piepklein Welsh dorpje. Rachel en ik hebben de wandeling naar de drie bruggen gedaan en langs de watervallen, daar heb ik een paar mooie foto’s van die ik zal proberen bij deze blog te plaatsen. Na de wandeling werden we door Hester uitgenodigd om, jawel, bij haar thuis erwtensoep te eten. Op mijn tweede avond in Wales zat ik dus lekker aan de erwtensoep met worst! Het smaakte me erg goed. Hester vroeg nog of ze de casettebandjes van Kinderen voor Kinderen tevoorschijn moest halen om de avond compleet te maken, maar dat heb ik beleefd afgeslagen.
Uiteindelijk gingen we rond 11u pas weer terug naar Borth, waar ik dus nog nauwelijks geweest was sinds mijn aankomst in Wales! Onze ‘flat’ beslaat een verdieping, met een woonkamer, keuken, badkamer en twee slaapkamers. Het is behoorlijk ruim, en gelukkig zijn er al veel meubels want die kon ik zelf natuurlijk niet meenemen. Vanuit mijn slaapkamerraam kan ik de heuvels zien, en vanuit de woonkamer en keuken kijk je uit op de zee. Prachtig uitzicht aan twee kanten dus! Het weer is ontzettend veranderlijk dus het uitzicht verandert steeds: ik heb in het afgelopen halfuur al zonneschijn, mist, regen en storm gezien. Borth is een piepklein dorpje dat eigenlijk een soort streep is: het is maar een straat, met maar aan een kant huizen, vandaar dat het uitzicht aan beide kanten zo goed is. Het huis waar ik woon is dichtbij het station, zoals alles in Borth dichtbij is, en de bus stopt soms wel en soms niet voor ons huis: er is geen bushalte, mensen in Borth gaan gewoon langs de weg staan en wuiven naar de bus als ze ‘m nodig hebben. Als ze zien dat iemand verderop ook op de bus staat te wachten gaan ze in een groepje staan. Ik vind het prachtig.
Van Borth naar Aberystwyth University is een kleine twintig minuutjes met de bus, dat heb ik vandaag gedaan. Er was een ontmoetingsmiddag voor alle eerstejaars en uitwisselings studenten van Keltisch, ongeveer 10 in totaal, en alle leraren en belangrijke mensen van het departement waren er. Dat was erg gezellig, er is een leraar die precies praat zoals Rhod Gilbert en beter Welsh dan Engels lijkt te praten. Er is ook een oud-leerling van mijn leraar in Utrecht, en iemand uit Ierland. Welke vakken ik precies kan en ga doen moet ik woensdag besluiten.

Dit lijkt me wel even genoeg voor nu, maar ik kan rustig zeggen dat de eerste drie dagen in Wales al een succes waren!

Welkom op mijn Reislog!

Hallo allemaal, of zoals de Welsh zeggen: bore da (tenzij het nacht is, dan zeggen ze nos da).

Dit is mijn blog voor de aankomende vier maanden, ik ga proberen ongeveer iedere week een verhaaltje te schrijven over wat ik heb meegemaakt en wat er allemaal te doen is hier!

Groetjes,
Jim